De vestingwerken bij Bellingwolde
Toegang tot de redoute. Foto: ©Jur Kuipers, 2023. Klik op de foto om een tweede foto te openen. Je kunt op die foto ook klikken. Helemaal links zie je dezelfde toegangsweg als hierboven en de 'beroemde' fiets van onze fotograaf Jur Kuipers, waarmee hij het
Groningerland door fietst om foto's de maken voor onze website. Klik op het kruisje rechtsboven in het nieuw geopende venster
om deze weer te sluiten. Op onderstaande foto's waar een handje verschijnt als je er met de muis op gaat staan, kun je op
dezelfde wijze te werk gaan.
De redoute bij Bellingwolde en de smokkelaars
De Lethe
Het buurtschap De Lethe ligt tegen de Duitse grens in Oost Groningen, net buiten het dorp Bellingwolde. De buurt ligt ten oosten van Bellingwolde, tussen het B.L. Tijdenskanaal en de grens met Duitsland. Het gehucht wordt tegenwoordig omgeven door een natuurgebied. Op 1 juni 2022 is het B.L. Tijdenskanaal verbonden met de Duitse Brualersloot, waardoor een uitwisseling moet ontstaan van vissen en andere waterdieren over de grens. Het is een dun bevolkt gebied van 60 hectare, waar behalve natuur ook gerestaureerde verdedigingswerken te vinden zijn[1].
De redoute gezien vanuit een ander perspectief.
Vestingwerken
In de Franse tijd zijn er in 1797 twee verdedigingswerken aangelegd: een redoute (een kleine veldschans) en iets noordelijker een redanvormige flèche (een open veldwerk met uitspringende hoeken). Beide schansen zijn door middel van een dijk verbonden (de Soldatendijk). In de praktijk zijn deze werken voornamelijk gebruikt bij de bestrijding van smokkelarij in de grensstreek met Duitsland. Als in 1870 bij Koninklijk Besluit de vestingen in Nederland worden opgeheven verliezen ook deze verdedigingswerken hun oorspronkelijke functie. In het kader van een ruilverkavelingsproject zijn in 1984/1985 de oude verdedigingswerken weer zichtbaar gemaakt in het landschap. Door de eeuwen heen is er echter meer gesmokkeld dan gevochten.
De flèche. Deze luchtfoto en de foto als je klikt zijn met de drone gemaakt. Foto: ©Jur Kuipers, 2023.
Waterloop Lethe
Het gebied is genoemd naar de waterloop Lethe, Moersloot, Hoholtsmaar of Dunebroeker Leetze (1620). De waternaam Lits of Leetse is afkomstig uit de Germaanse stam *leka of *lako. Een document uit 1391 maakt melding van de 'Letze off die Zyp' ... 'gelegen tusschen die Westerlee ende de Medum'. Verwant zijn de waternamen De Leest bij Zuidbroek, Oude Leesk bij Delfzijl, Leets bij Laskwerd, De Lits bij Rottevalle, Lek(e) in het Westerkwartier en Oosterleek in West-Friesland. Ook toponiemen op -elte en -lee bevatten dit bestanddeel[2].
De nederzetting 'In de Liete' wordt in 1692 of 1693 door de predikant Johannes Cypriani vermeld als de woonplaats van een handvol gemeenteleden.
Het gebied is dus genoemd naar een oude waterloop. Lethe betekent laagte, de naam vindt zijn oorsprong in de mythologie en verwijst naar de onderwereld en naar de 'Rivier der vergetelheid'. Lang geleden heeft op deze plaats een uitloper van een groot hoogveenmoeras gelegen. In de zeventiende eeuw is men begonnen het moeras droog te leggen.
Turfstekers, landarbeiders en smokkelaars
De turfstekers en landarbeiders, die het gebied ontgonnen hebben, vullen hun karige inkomsten in die tijd aan door smokkelwaar over de vestingdijken en soldatenpaadjes de grens over te brengen. Als het gebied verkaveld, vertrekken ze weer.
Voor de arme boerendagloners, die 's winters niets kunnen verdienden, is smokkelen één van de weinige manieren om het hoofd boven water te houden. Niet de netste, maar wel een lucratieve. Alles wat aan één van beide zijden van de grens ook maar iets goedkoper is, is het smokkelen waard. De belangrijkste smokkelwaar is jenever, maar ook in suiker wordt flink 'gehandeld'.
De redoute gezien vanuit de lucht is hier in volle omvang schitterend zichtbaar. (Drone)foto: ©Jur Kuipers, 2023.
Smokkel
De jenever wordt vlak over de grens uit Duitsland gehaald en op bestelling geleverd in de regio. Maar de inwoners van De Lethe lusten zelf ook een slokje! Geen gelegenheid wordt onbenut gelaten en geen reden is te gek voor een borrel: het binnenhalen van de oogst, het slachten van een varken, tegen de kou of de warmte, bij buik- en kiespijn. Zo constateert ene Grietje Smit eens, na het tellen van de 28 vlooien die ze 's nachts gevangen en in de po verdronken heeft, dat dit record een zuivere reden voor een feestje is!
Kinderen komen al vroeg in aanraking met sterke drank. Ze krijgen een foppertje in de mond, een katoenen lapje gevuld met suiker, dichtgebonden met een draadje en gedrenkt in jenever. Je hebt er geen kind aan 's nachts. Maar ook 'wurms' (wormen) en pijn bij het wisselen van de gebitjes wordt verdreven met drank.
Jenever wordt gesmokkeld in rekbare varkensblazen die men snel in het water of hoge gras kan laten verdwijnen bij dreigend gevaar. Soms is lekprikken de enige mogelijkheid om te voorkomen dat men met smokkelwaar wordt betrapt. Want het 'sluiken' is niet zonder gevaar. De grens wordt bewaakt door commiezen, die zo nodig met scherp schieten. Er is een heel seinsysteem bedacht om elkaar te waarschuwen: Baanderdeuren die open of juist dicht zijn, wasgoed aan de lijn om aan te geven of een patrouille op pad is. En als het lukt om de commiezen te misleiden, heeft heel De Lethe pret.
Een paar mannen uit Pekela, die hun geluk ook eens willen beproeven, vragen in De Lethe de weg naar een leverancier in Duitsland. Dat wordt hen verteld, maar bij terugkomst worden ze opgewacht door 'commiezen', heel geloofwaardig gekleed in pelerines[3]. De 'burgemeester', met een voor de gelegenheid geleende hoed, veroordeelt de mannen tot een boete van 25 gulden en verbeurdverklaring van hun smokkelwaar. Ze kunnen berooid en met lege handen vertrekken naar Pekela. Daarna is het vier dagen feest in De Lethe. Eerst wordt de buit opgedronken en daarna wordt voor de 25 gulden nieuwe voorraad gehaald.
Grensbeambten
Ook de grensbeambten moeten slim zijn. Zoals de commiezen die met een list een kudde gesmokkelde schapen kunnen onderscheppen. Ze horen de dieren vlak over de grens, maar moeten constateren dat de smokkelaar hen door heeft. Om de smokkelaar om de tuin te leiden vertrekt één commies met de jas van de ander aan een stok over zijn schouder. In het bijna duister lijkt het of beiden vertrekken. Even later kan de achtergebleven beambte de smokkelaar én schapen inrekenen.
Maar dat het voor de autoriteiten dweilen met de kraan open is geweest, blijkt wel uit het feit dat ene Albertje Loeks precies 123 keer is veroordeeld voor smokkelpraktijken. Geert Schreuder heeft voor het Museum de Oude Wolden (MOW) in Bellingwolde een mooi schilderijtje gemaakt van Albertje Loeks[4]. Het is overigens een aanbeveling om het museum te bezoeken!
Het smokkelen is dus een voortdurend kat-en-muisspel, waar in de loop van de 20e eeuw een eind aan komt. Met het Verdrag van Schengen ('85/'86) en later het wegvallen van de grenscontroles, komt een eind aan de smokkelpraktijken en wordt De Lethe een keurig dromerig gehucht te midden van natuurgebied. Maar de verhalen leven voort![5].
Staatsbosbeheer
Sindsdien is de Lethe grotendeels eigendom van Staatsbosbeheer en vinden mensen die rust zoeken er volop ruimte om te wonen. Er ontstaat langzamerhand een kleinschalig wandelgebied met grote erven, boomsingels, weiden, akkertjes, greppels, wallen, vogelrijke bosjes en smokkelpaadjes.
Door extensief beheer van de graslanden zijn bloemrijke weiden ontstaan, waar onder andere de grote weerschijnvlinder voorkomt. De Lethe is het broedgebied van meer dan veertig soorten zangvogels. Ransuilen hebben hun nest in de elzen. 's Zomers kun je hier wielewaal, spotvogel en geelgors horen zingen.
Op de dijkjes en wallen groeit hondsdraf, in de natte laagte binnen de schans vind je moerasplanten als wateraardbei en moeraswalstro. De zeldzame grote modderkruiper leeft in de slootjes, op de oevers bloeit de hemelsleutel.
Er loopt een langeafstands- wandelroute door het gebied, het 'Noaberpad' (LAW 10). Dat pad maakt deel uit van gemarkeerde routes door het grensgebied. Als je er loopt zie je bijna altijd reeën. Ook fazant, eekhoorn en wezel hebben zich in de Lethe gevestigd.
Op sommige plaatsen heb je uitzicht op de windmolens, net aan de andere kant van de grens. De mensen die hier wonen zijn niet blij met die molens zo dicht bij hun huis, maar de buizerd trekt zich er niets van aan[6].
De redoute gezien vanuit de lucht is hier in volle omvang schitterend zichtbaar. De flèche is hier niet te zien. (Drone)foto: ©Jur Kuipers, 2023.
Over de betekenis van vestingwerken, zoals bijvoorbeeld een redoute en een flèche is een afzonderlijk artikel geschreven:
Klik hier om dat artikel te lezen.
Bij Ulsda ligt een redoute in zéér slechte staat.
Klik hier om dat artikel te lezen.
Noten:
1 RTV Noord, 1 juni 2022.
2 Wikipedia, De Lethe.
3 Een pelerine (ook pellerine genoemd) is een korte cape die de schouders bedekt. Het woord is afgeleid van het Franse pèlerin dat pelgrim betekent, en is een verwijzing naar de schoudermantels die pelgrims in de middeleeuwen hebben gedragen. Vanaf de 18e eeuw gingen steeds meer vrouwen van alle maatschappelijke standen de pelerine dragen. De pelerine wordt meestal gedragen als overmantel. Een pelerine met bontranden is begin 20e eeuw veel op feesten gedragen. Een pelerine van hermelijnbont maakt deel uit van een traditionele Europese koningsmantel. Een pelerine maakt soms ook onderdeel uit van andere kledingstukken, zoals het geval is bij de havelock, een mantel die veel is gedragen in de 19e en begin 20e eeuw.
4 Tjarko van Dijk, Dagblad van het Noorden, 25 maart 2015, pag. 2.
5 Nieuws van de Dag, 20 januari 1886 en 4 september 1896.
6 IVN, Natuureducatie., geraadpleegd 8 juni 2023.